De nachtelijke hemel is een wonder dat zich zó vaak voordoet dat we vergeten dat het een wonder is.
Over het heelal zijn allerlei bizarre feiten op te lepelen. Een neutronenster draait 600 keer per seconde om zijn eigen as. Een dag op Venus duurt een jaar. En 99,999999999999999999999999 procent van de ruimte bestaat uit stilte, en dat is zo’n huiveringwekkende meerderheid dat het een mirakel is dat geluid überhaupt bestaat.
Het universum ontstond door de Oerknal, een kosmische explosie. Maar: het universum heeft geen centrum. De Oerknal was dus een ontploffing waarvan de omtrek overal is en het middelpunt nergens.
Maar wat ik me, liggend op straat, vooral realiseer is dat we, op elke onbewolkte nacht, een onbelemmerd zicht hebben op de oneindigheid van de kosmos. Boven ons hoofd dwarrelt een bespottelijk dun laagje ether, en dan is er het Grote Niks.
Er is niets, geen bescherming, geen glas, geen muur, geen metaal, tussen ons en de angstaanjagende, ijzingwekkende, zielsverlammende uitgestrektheid van het heelal. Denkt u zich dat eens in! Wie zijn hand naar de hemel uitstrekt raakt de onmetelijkheid met zijn vingertoppen.
Een voorbijbrommerend puberventje komt de stilte verbreken en als hij me ziet stopt hij.
‘Gaat het, meneer?’
‘Ja hoor’ zeg ik.
‘Zal ik een ambulance bellen?’
Ik denk na.
‘Dat lijkt me wat overdreven,’ zeg ik. ‘Maar als je me even naar huis zou kunnen brengen.’
Het puberventje trekt me overeind, zet me achterop en samen knorren we door de nachtelijke woonwijk. ‘Hier is het,’ zeg ik, en het aardige nozempje helpt me naar de voordeur.
Nu, een dag later, maak ik de schade op.
Mijn enkel is waarschijnlijk niet gebroken, maar een gescheurde enkelband lijkt me wel het minste. Nog altijd snap ik niet hoe het heeft kunnen gebeuren. Ik was onderweg naar huis en ineens klapte ik dubbel.
Één voordeel: ik heb voorlopig meer dan genoeg tijd om na te denken over de raadselen der schepping.
En als de assistenten over tien minuten klaar zijn met hun lunchpauze bel ik de huisarts nog even terug. ?