Van Os wordt weer eens gebeld

VAN OS WORDT WEER EENS GEBELD
Mijn oude vriend Nelis Braadvet is aan de lijn. Hij klinkt geagiteerd.
‘Joortje, jij hebt vroeger toch bij de tv gezeten nietwaar?’
‘Ja,’ zeg ik.
‘Joortje luister,’ zegt Nelis. ‘Ik ben ook blij dat die Grump weg is. Mensen zonder zelfspot vertrouw ik niet. Maar weet je: bij de Nederlandse staatsomroep delen ze Nederland op in Amsterdamse GroenLinks-stemmers en regressieve provincialen met nazi-sympathieën. Dus nu maak ik me eigen bezorgd.’
Nelis aarzelt. Hij slikt moeizaam.
‘Kijk, mijn zus woont in Amerika. Een paar jaar terug werd er borstkanker bij haar vastgesteld. Ze stelde haar werkgever op de hoogte en BLAM! Ze werd op staande voet ontslagen. Zo werkt Amerika. Dat kan daar gewoon. Onder Grump. Onder Obama. Onder Clinton. Denk je …’
Hij is even stil.
‘ … denk je dat de NPO eerst even afwacht hoe Biden en Harris het gaan doen voordat ze heilig worden verklaard? Of gaan we vier jaar van teugelloze lofzangen tegemoet? Gaan de vaderlandse media Biden ophemelen omdat hij geen Grump is? Gaat Jinek kromtenend zitten soppen bij Harris omdat ze geen witte man is? Worden ze schaamteloos toegezongen bij Margriet van der Linden? En gaan de rechtse websites dan van de weeromstuit weer roepen dat Grump beter was?’
Nelis begint te snikken.
‘Ach Joortje. Ik zou zoooo graag in een wereld leven waarin mensen worden afgerekend op hun verdiensten. En niet op kleur of gender.’
En dan komt de aap uit de mouw.
‘Want dan,’ jammert Nelis, ‘had IK de Zwijndrechtse Frietkotter van het Jaar-trofee gekregen, en niet die Vietnamese mohammedaanse lesbische transgender van op de hoek!’

Een nachtelijk gesprek Deel 5

‘Hallo?’
‘Ja hallo?’
‘Ben jij het, Joortje?’
‘Nee, ik ben iemand anders.’
‘Niet waar, ik hoor dat jij het bent!’
‘Nee hoor, ik ben Joris van Os niet.’

‘Goddank heb ik je eindelijk te pakken,’ snottert Thierry. ‘Het was nog een heel gedoe om je geheime nummer te achterhalen.’
‘Dat geheime nummer heb ik om een reden, Thierry!’
‘Ja maar ik voel me zo zielig, Joortje!’
‘Ik ga ophangen.’

Thierry barst los in deerniswekkend geween. ‘Ze laten me in de steek, Joortje. Allemaal!’
‘Wat is er nou weer?’ zeg ik.
‘Heb je het niet gelezen van Henkie Otten?’
‘Ik hou het allemaal niet zo bij, Thierry.’

Thierry huilt. ‘HUUU-HUU-HUUUU,’ loeit hij. ‘Henkie weg. Dorien weg. Of weet ik veel hoe ze heten. En dat allemaal omdat ik zei: Henkie, we hebben wat plantjes nodig om ons kantoortje mee op te vrolijken. Tis hier zo’n kale boel. Zegt Henkie: Nee, das veels te duur. Ik zeg: Als ik plantjes wil dan komen er plantjes, gesnopen? Wat doet Henkie? Gaat ie obstinaat in de plantenbakken staan zeiken. En die pis van hem is 12% spiritus. Nou, reken maar uit. Alle plantjes dood. Dan spoor je toch niet?’

‘Ik heb hier effe geen zin in, Thierry,’ zeg ik met een blik op het middernachtelijk uur.
‘En dan die paashaas!’ roept Thierry uit.
‘Paashaas?’
‘Komt er ineens een paashaas aan de deur,’ jammert Thierry. ‘Ik zeg: Henkie heb jij een paashaas besteld? Zegt ie: Nou en of heb ik een paashaas besteld! Ik zeg: Zonder mijn toestemming worden hier geen paashazen besteld! Zegt Henkie: Als jij planten bestelt, dan bestel ik paashazen!’

‘Ik word hier moe van,’ zeg ik.
‘En dan die Viagra!’ roept Thierry uit.
‘Viagra?’
‘Komen er ineens allemaal mailtjes over Viagra binnen. Ik zeg: Henkie, heb jij Viagra besteld? Zegt ie: Nou en of heb ik Viagra besteld. Ik zeg: Hoezo bestel jij hier Viagra? Zegt ie: Omdat ik een slappe krijg van al dit gedoe. Ik zeg: Wie is hier nu eigenlijk de baas? Zegt Henkie: Nou als de zaken er zo voor staan stap ik uit de partij!’

Thierry huilt weer. ‘HUU-HUUU!’ loeit hij. ‘En Joortje, hij heeft alles meegenomen. Alle wachtwoorden. Alle rekeningen. Ik kom facebook niet meer in, mijn privérekening niet, nergens. Hij heeft zelfs m’n huissleutel! Kom ik thuis, staat ie achter het raam naar me te zwaaien. Zelfs mijn hond heeft ie tegen me opgezet!’
‘Oei.’

Thierry zucht. ‘Toen moest ik opeens denken aan wat jij destijds zei, toen ik de partij oprichtte …’
‘O?’
‘Jij zei: Pas op, Thierry, denk aan de Paradox van Wollheim! Kies je voor democratie in de partij, dan kiest de partij voor een beleid waar je niet achter staat. Kies je voor géén democratie in de partij, dan beschuldigt de partij je van despotisme. In het eerste geval lopen ze over je heen, in het tweede geval lopen ze van je weg. In beide gevallen valt de beweging uiteen.’
‘O ja.’

‘Weet je, Joortje. Af en toe denk ik: ik laat de boel aan Annabel, koop ergens een huisje en ga lekker boreale boekjes lezen. Afijn, ik moet gaan. Morgenochtend vlieg ik met Jort Kelder naar Ibiza.’
‘Welterusten, Thierry.’
‘Welterusten, Joortje.’

Ik hang op en schrijf op een kladje: ‘Nieuw geheim nummer aanvragen.’

Een nachtelijk gesprek Deel 4

Natuurlijk weet ik intussen dat ik zo laat de telefoon niet meer moet opnemen. Maar het overvalt me. Ik heb gewandeld. Een beetje uitgerust. Dus neem ik wel op.

‘Hallo?’
‘Joortje! Ik ben het, Thierry.’
‘GOT GLOEIENDE.’
‘Heb je het gezien?’
‘Huh??’
‘Het debat met Mark. Heb je het gezien?’
‘Nee ik heb niks gezien. Ga weg.’

‘Geweldig was het, he?’ roept Thierry. ‘Ik zit het nu net voor de tweede keer terug te kijken. Op de NPO-app. Wat zie ik er fris uit, nietwaar? Heb je gezien hoe quasinonchalant ik erbij sta? Gewoon alsof ik geenen fuk geef. BAM!’
‘Ik ga ophangen, Thierry.’
‘Mark liet zich COMPLEET INMAKEN. Deksels, ik kreeg bijna medelijden met die man.’
‘Ik hang nu op.’

Thierry lolt. ‘Ik weet niet wat kanslozer was, de angstige kop van Rutte of dat geruite jasje van Pauw. Shopt die vent bij de kringloop? Afijn, wat een afgang voor Mark. Kostelijk. En het publiek, dat ging als één man achter mij staan!’
Er klinkt gepiep. 
‘Wacht even, Thierry,’ onderbreek ik, ‘ik heb iemand op de andere lijn.’

Ik zet Thierry in de wacht en neem het andere gesprek aan. 
‘Hallo?’
‘Joris! Jorisje!! HA HA HA HA. Ik ben het, Mark.’
Ik haal diep adem. ‘Daar was ik al een beetje bang voor.’
‘HAA HAA HA HA HAA. Ik ben Rutte.’
‘Ja. Luister Rutte, het komt even niet uit nu.’

Mark toetert in de hoorn. ‘Heb je het debat gezien? HA HA HA. Goed was ie, he? Potjandoossie. Hoe die Thierry door de mand viel, zeg!’ 
‘Ik ga ophangen, Mark.’
‘HA HA HAA HA HA HAAAA HA. Ik had niet verwacht dat het zo makkelijk zou gaan, Joortje. Ik dacht dat wordt zweten. Maar Thierry bezwijkt meteen. En de zaal was het volledig met me eens. HA HA HA wat een afgang. Heb je gemerkt dat ik hem steeds JERRY noem in plaats van Thierry? HAA HA HA.’

Ik wissel van gesprek. 
‘Thierry, kan dit een andere keer? Ik heb er nóg een aan de lijn.’
‘Wat bleef Mark weer emmeren over Rusland,’ roept Thierry. ‘Haatzaaien, dat is het. Die arme Russen over één kam scheren. Ik heb Poetin nog even van tevoren gebeld om het zeker te weten. Ik zeg: Vladimir, zijn jullie een dreiging voor het Westen? Njet, zegt ie. Nou dan weet je toch genoeg?’

Ik wissel van gesprek. 
‘Hallo, Mark?’
‘HA HA HA ik ben Rutte.’
‘Ja gotsamme, dat weet ik. Luister, ik ga ophangen.’
‘Heb je Thierry weer horen afgeven op de moslims?’ vraagt Mark. ‘Wat een haatzaaier is die vent toch. Een heel volk over één kam scheren. Schandelijk! HA HAA HA. En naïef dat ie is! Iedereen weet toch dat die Russen volkomen evil en onbetrouwbaar zijn?’

Ik wissel weer van lijn.
‘Thierry, ik hang nu echt op.’
‘En de naïviteit van die vent!’ giechelt Thierry. ‘De grenzen wijd open gooien voor de moslims. Iedereen weet toch dat moslims de vrouw niet voor vol aanzien? Daar is in onze moderne samenleving geen plaats voor, voor zulke misogynie. Zag je trouwens die blonde stoot in het publiek? Achter Mark? Groene trui? Sapperdeflap, die mag vandaag nog achter m’n fornuis komen staan.’

Weer wissel ik van lijn. 
‘Rutte, opzouten nu. Ik ga slapen.’
‘HAAA HA HA,’ zegt Mark. ‘Afijn, ik denk dat ik mijn standpunt duidelijk heb kunnen neerzetten. Namelijk: een sterk verenigd Europa als bolwerk tegen buitenlandse mogendheden dat vanwege de diversiteit volledig open is voor buitenlandse mogendheden. O, wacht …’

Ik schakel terug naar Thierry. 
‘Thierry, ik ga slapen. Doei.’
‘Het allerbelangrijkste is,’ zegt Thierry. ‘dat ik mijn standpunt helder heb neergezet. Namelijk: een sterk afgezwakt Europa dat machtig genoeg is om onze boreale identiteit te verdedigen tegen buitenlandse dreigingen. O, wacht …’
‘Welterusten, Thierry.’
‘Wat zei ik nou, was ik nu vóór of tegen Europa? Hallo? Hallo? Joortje?’

KLIK TUUT TUUT TUUT …

Een nachtelijk gesprek Deel 3

Tegen half drie in de nacht rinkelt de foon. Mijn tante Petronella ligt aan de hartbewaking dus ik vlieg mijn bed uit. De stem aan de andere zijde klinkt als door doodsnood omzwachteld. 
‘Joortje! Joooooortje!’
‘Tante Petronella? Hou vol!’
‘Neen ik ben het, Thierry!’
‘TIEFUS.’

Thierry hakkelt en snottert. ‘Ik-ik-ik sta op de Martinus Nijhoffbrug, Joortje.’
‘Ik hang op, Thierry.’
‘Niet ophangen! Ik ga springen. Ik doe het echt!’
‘Mijn got, wat is er NU weer?’ 
Thierry snikt. ‘Heb je de afgelopen weken de kranten gelezen? Ze doen het weer. Ze zeggen allemaal gemene dingen over me!’
‘Dat hoort erbij, Thierry. Niks van aantrekken.’
‘Ja,’ zegt Thierry, ‘maar ze doen zo gemee-hee-heen!’

Hij begint hardop te huilen. 
‘Luister eens, Thierry. Waarom bel je Hiddema niet?’
‘Iemand in de Groene noemt mij een nep-Galileo en een kwakzalver,’ gaat Thierry verder, ‘en Henkie Otten zegt dat ik te rechts ben. Wie de kneuk is Henkie Otten? Opeens is ie daar en doet iedereen alsof ze hem al jaren kennen. Ik had zoiets van: wie is dat cholesterolhoofd, werkt die bij ons?’
‘Ik heb hier nu geen zin in, Thierry.’

‘En dan Gustaaf Peek. Ik geloof dat hij mij met een maffioso vergelijkt. Of zoiets.’ Hij snottert: ‘Uitgerekend Gustaaf Peek. Ik heb dat seksboek van hem in één keer rukken uitgelezen.’
‘In één ruk.’
‘Dat zeg ik. Afijn. Nu komt het ergste: Rutte heeft mij uitgedaagd voor een knokgevecht. Hij gaat mij helemaal afmaken zegt-ie! Nou, dat vind ik zo eng en nu sta ik dus op de brug.’

‘Eeeh… wát? Wie gaat je afmaken?’
‘Rutte!’ antwoordt Thierry. ‘Die loopt dat overal te roepen! Hij zegt: Ik stomp hem recht tegen die cartooneske boevenkop van ‘m!’
‘Wat wááát?’
‘Echt waar! Hij wil een lang gevecht met als einddoel een knockout, anders vernieuwt hij zijn contract bij Glory niet.’
Ik zucht heel diep. ‘Kluns! Dat is Rutte niet, dat is Rico Verhoeven. Die daagt Badr Hari uit in de boksring.’
‘Ooh,’ zegt Thierry, ‘dus Rutte gaat mij helemaal niet op mijn boevenkop slaan?’
‘Nee!’

‘Aha!’ roept Thierry. ‘Nu wordt het me allemaal duidelijk! Laatst hoorde ik Tyjani Beztati zeggen dat Rico Verhoeven Badr Hari nodig heeft. Rico komt namelijk alleen maar in het nieuws als hij tegen Badr Hari vecht. Voor de rest staat hij er maar een beetje als een lulletje bij. Dat is bij Rutte natuurlijk ook zo!’
‘O ja?’
‘Ja!’ glundert Thierry. ‘Zoals Verhoeven alleen bestaat als hij tegen Hari vecht, zo bestaat Rutte alleen maar als hij tegen mij vecht. Het is gewoon een poppenkast, een beetje stoerdoen. Om aan de mensen te laten zien dat hij nog relevant is. Hoe zeg jij dat altijd, Joortje? “De krijger bestaat alleen bij gratie van een vijand”.’
‘Ja.’

‘O maar dát durf ik wel,’ zegt Thierry. ‘Gewoon een showtje opvoeren voor de mensen thuis. Bietje bekvechten voor de bühne. Ach, wat leuk. Dat wordt reuzegezellig zeg. Weet je wat? We doen het gewoon op facebook! Ik ga Rutte meteen even bellen straks.’ Hij lacht opgelucht: ‘Got kolere, ik dacht efkens dat het serieus was!’

‘Ik ga weer slapen, Thierry.’
‘Ik vond het weer megafijn om met jou te praten, Joortje.’
‘Het was mij ook uitermate zeer aangenaam.’
‘Ik ga toch maar niet van de brug springen.’
‘O jammer.’
‘Welterusten, Joortje.’
‘Welterusten, Thierry.’

En terwijl ik ophang denk ik: érgens in dit oeverloze gelul moet toch een soort verdienmodel te vinden zijn?

Een nachtelijk gesprek Deel 2

De foon klingelt dat het een lieve lust is. Natuurlijk moet ik niet opnemen, maar ik doe het toch. Stel dat iemand een ongeluk heeft gehad. Maar al meteen heb ik spijt.

‘Joris? Ik ben het, Thierry.’
‘Ik weet wie je bent. Wat moet je?’
Er klinkt gezucht en gesteun. Dan een soort gejammer.

‘Ik kreeg vandaag een vraag van een journalist,’ zegt Thierry. ‘Hoe het komt dat ze in Groningen op mij stemmen terwijl ik daar gewoon naar gas wil boren.’
‘Nou en?’
‘Nou, toen stond ik met m’n muil vol tanden. Dus wat doe ik? Ik bel Henkie Krol om hem te vragen waarom de oudjes op hem blijven stemmen terwijl hij godbetert pensioenen verdonkeremaant. Hij zegt, ‘Thierry, ik weet het ook niet.’ Dus ik bel Jesse Klaver en vraag waarom hij meneertje groenlinks is terwijl iedereen weet dat hij rondstuift in een BMW. ‘Geen idee,’ zegt ie. Nou dus bel ik Trump waarom de arbeidersklasse massaal achter hem staat terwijl hij alleen de 1% vertegenwoordigt. Hij zegt: ‘Ik snap de vraag niet.’

‘Nou?’
‘Nou,’ zegt Thierry, ‘dus probeer ik te begrijpen waarom de mensen op iemand stemmen die … AUW AUW AUW!’
‘Wat auw auw?’
‘Nee niks. Die fukking uil zit in m’n oor te pikken.’
‘Thierry, ik ga weer slapen, het is half vijf in de ochtend.’
‘Nee, nee! Niet weggaan.’
‘Ik ga ophangen, Thierry.’
‘Jooortje! Jooooortje! Help mij! Straks komen ze van de krant en dan stellen ze allemaal vragen en dan raak ik in paniek en dan begin ik te stotteren en te hyperventileren en en en …’
‘Thierry, blijven ademhalen.’
‘Ja ja.’

‘Goed dan,’ zeg ik, ‘wat wil je?’
Thierry zegt: ‘Nou, ik vroeg mij af of je dat verhaal nog eens wilt vertellen.’
‘Welk verhaal?’
‘Van die keer dat jij op een bouwloods was. En dat de bouwvakkers een voorbijlopende homo uitscholden.’
‘O ja.’
‘En dat je toen in hun bouwkeet kwam en dat daar een extreem nichterige foto van Pim Fortuyn hing. En dat die bouwvakkers toen zeiden: Pimmetje is onze leider!’
‘Ja.’
‘En dat jij je toen afvroeg waarom ze eerst homo’s uitschelden en vervolgens doodleuk zeggen dat Pim Fortuyn hun held is.’
‘Ja.’

‘En toen concludeerde jij dat er sprake was van kug … kog …’
‘Cognitieve blindheid.’
‘Ja dat. Dat kiezers zó idolaat zijn van hun leider dat ze z’n tegenstrijdige kanten niet meer zien. En dat kwam volgens jou dan weer doordat mensen geen stoma hebben.’
‘Eeh… Wát?’
‘Jij zei: we zitten in de shit en dat komt door de stoma-ontbering.’
‘De polarisering!’
‘O ja dat bedoel ik. De polarisering! Daardoor wordt de afkeer van de tegengestelde mening zó groot dat er sprake is van “onomkeerbaarheid van overtuiging”. De overtuiging bereikt een kritische massa en is niet meer terug te draaien. Dan kan dat standpunt nog zulke tegenstrijdigheden bevatten, het brein ziet ze niet meer. Alles wat de eigen mening ondergraaft is letterlijk onzichtbaar geworden.’ 
‘Zoiets ja.’

Thierry gaat verder: ‘Mensen kunnen zo’n hekel hebben aan Links dat ze automatisch juichen voor alles wat Rechts is. En omgekeerd. Hoe noemde jij dat ook alweer? O ja, polarisatieverval! Dat de toename van polarisatie in een samenleving recht evenredig is aan het verval van de kritische rede. Hoe groter de tweedeling, hoe minder men in staat is de eigen mening te toetsen aan de werkelijkheid.’
‘Ja.’
Ik hoor Thierry driftig met zijn pen krassen. ‘Polarisatieverval! Wat een mooie woorden zeg. Hier heb ik echt iets aan.’
‘Ja maar die woorden waren niet serieus, Thierry. Die heb ik ter plekke uit m’n duim gezogen om van je af te zijn.’
‘Nee nee,’ zegt Thierry, ‘ik ga dit gebruiken in m’n speech. Dit is GOUD zeg ik je.’

‘Goed, kan ik nu eindelijk weer gaan slapen?’
‘Nu is het me duidelijk,’ zegt Thierry. ‘Daarom stemmen de mensen op mij, ook al behartig ik hun belangen totaal niet. Ze verdoezelen mijn minder wenselijke eigenschappen voor zichzelf. Onbewust dan hè? Het gaat er niet meer om hoe ik in werkelijkheid ben, maar wat ze op mij projecteren. En met Krol en Klaver precies zo.’
‘Ja duh,’ zeg ik.

‘OEHOE!’
‘Wat?’
‘Sorry, dat was die uil weer.’
‘Nu ga ik écht ophangen, Thierry.’
‘Oké bedankt makker. Ik ben mega super blij dat je even tijd voor me had.’
‘Goedenacht, Thierry.’
‘Goedenacht, Joris.’

Ik draai m’n eigen weer om en denk: ik moet écht écht eens geld gaan vragen voor deze sessies.

Een nachtelijk gesprek Deel 1

Het is godbetert nog donker buiten als de foon paniekerig begint te rinkelen. En als de foon zo paniekerig begint te rinkelen kan dat maar één ding betekenen.

‘Ja hallo met Thierry. Ik stoor toch niet?’
(Diepe zucht). ‘Nou, wel een beetje, Thierry.’
Thierry begint temerig te snikken en ik zeg sussend: ‘Goed goed, vertel maar wat je op je lever hebt.’
‘Heb je het nieuws een beetje gevolgd?’ vraagt hij. ‘Ze hebben écht op me gestemd, Joris! Kristus tering nogaantoe.’
‘Ja, ik heb zoiets vernomen.’
‘Wat moet ik nu? Ik heb geen idee wat er van me verwacht wordt.’ Thierry’s stem beeft. 
‘Weet ik veel,’ zeg ik geruststellend, ‘probeer er gewoon het beste van te maken. Het is de politiek maar. Het is niet iets ernstigs of zo.’

‘Ik heb een speech gehouden,’ zegt Thierry. 
‘Ik hoorde het,’ zeg ik terug. 
‘Ik heb dat moeilijke woord nog gebruikt dat je altijd noemt. Oksel…’
‘Oikofobie.’
‘Ja dat. Afijn, wat vond je ervan?’
Ik denk na. ‘Die uil was een beetje tè,’ zeg ik. 
’Ja maar jij begon daar zelf over,’ hijgt Thierry, ‘over die uil. Ik bel je gisterochtend om half zes wakker en vraag wat moet ik in de speech zeggen en jij roept: Nou, de uil van Minerva.’
’Nee Thierry, ik riep: Houd je muil en sterf, ja!’
’O, verkeerd verstaan.’

Ik hoor Thierry op z’n stoel heen en weer wippen. Hij zegt: ‘Weet je wat het is, Joor? Ik weet het vaak niet.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou gewoon. Ik sta daar en hoor Rutte iets zeggen en dan denk ik: ja daar heeft hij best een punt. Maar dan gaat Buma daar op zo’n manier tegenin dat ik denk: Ja jezus dat is óók wel weer waar!’
‘Ja.’

Thierry gaat verder: ‘Neem die toestand nou met die kerels, hoe heten ze, de moslims. Is er een aanslag dan denk ik: wat een rapaille. Maar dan loop ik naar de groentemarokkaan hier om de hoek en denk ik: wat een alleraardigste man. Als ze me dan op tv vragen wat ik van immigratie vind dan wil ik eigenlijk zeggen: nou mensen, soms is het een succes maar soms ook niet. Maar dat mag dus niet!! Het is óf een triomf van de multiculturele utopie, óf een fundamentele bedreiging van de Westerse beschaving! Er mag niks meer tussenin, snappie?’
‘Ja.’

‘En dat klimaat!’ roept Thierry. ‘Breek me de bek niet open. Iedereen boos de straat op. Maar dan lees ik wetenschapper A en die zegt: “De opwarming komt helemaal niet door de mens, het is gewoon de wenteling van de aarde. Of whatever.” En dan lees ik wetenschapper B en die zegt: “Als we de ecologische voetafdruk nu niet terugdringen staan we straks tot aan Helmond onder water.” ’
‘Ja.’

‘En ik lees heus écht heel veel boeken, Joris. Zo veel mogelijk verschillende, want zoals jij mij immer op het hart drukt: Cave ab homine unius libri.’
‘Zeker.’
‘Nou dan raak ik dus helemaal van de fucking wap! Wat ik probeer te zeggen is: het valt me steeds zwaarder om vol te houden dat ik het allemaal zo zeker weet! Ik zou dat graag eens hardop zeggen: Nou mensen, ik weet het ook niet. Maar je weet het: een leider mag nooit twijfelen. Dan ben je incapabel.’
‘Ja.’

‘Kijk, Joor. Als ik een nadrukkelijk links of rechts geluid laat horen zeggen ze: die vent polariseert, hij is een haatzaaier. Maar als ik in het midden de dialoog zoek zeggen ze: die vent is een achterkamertjespoliticus die zijn principes verraadt en water bij de wijn doet.’
‘Ja.’

Thierry is ten einde raad. 
Grienend zegt hij: ‘Ik probeer te onthouden wat jij altijd zegt, Joortje. Dat ik overal het betrekkelijke van in moet zien. Dat alle dingen slechts tijdelijke manifestaties van de eeuwigheid zijn. Dat we scherven zijn die niet meer weten dat we ooit deel uitmaakten van dezelfde vaas.’
‘Zoiets ja.’
‘Maar als je de hele dag in de politieke arena zit, dan vergeet je dat weleens. Dat we allemaal broeders zijn. Dat komt door al dat geruzie. Door al die mensen die elkaar nazi noemen en onbenul en wegkijker en Hitler en… en… dan begin ik te snotteren en te hyperventileren en en en …’ 
‘Blijven ademhalen, Thierry.’
‘Ja.’

Het blijft even stil aan de andere kant, maar dan hoor ik hoe Thierry zich kuchend herstelt.
‘Anyway,’ besluit hij, ‘ik vond het echt super mega fijn dat ik even m’n verhaal kwijt kon.’
‘Het was mij ook alleszins zeer aangenaam.’ 
‘Goedenacht, Joris!’
‘Goedenacht, Thierry.’

Ik draai m’n eigen weer om en voordat ik in slaap val denk ik: ik moet echt eens geld gaan vragen voor dit soort sessies.