‘Nelis,’ zeg ik terwijl ik in cafetaria De Vette Smikkel mijn bierkroket in ontvangst neem, ‘mijn besluit staat vast. Ik ga mij aansluiten bij Extincion Rebellion. Wij hebben met ons kapitalisme de planeet verwoest en nu proberen we onder de rekening uit te komen door de hipsters ervoor te laten opdraaien. En we maken ze nog belachelijk ook. Maar ze DOEN tenminste iets.’

Nelis Braadvet schudt het wijze hoofd. ‘Joortje, joortje, joortje, hoe vaak moet ik jou het postmodernisme nog uitleggen?’
‘Je gaat het toch niet wéér over postmodernisme hebben, Nelis?’ vraag ik getergd.

‘Kijk,’ zegt Nelis, ‘de huidige generatie activisten bestaat uit hardcore postmodernisten. En de wereld schijnt maar niet te begrijpen hoe radicaal het postmoderne brein verschilt van al het voorgaande.’
‘Hoe dan?’
‘Eeuwenlang heeft de mensheid geloofd in de vooruitgang,’ legt Nelis uit. ‘Mensen waren altijd bezig om de een of andere utopie te realiseren. Wij vertrouwden daarbij op een universele moraal: vrijheid, gelijkheid, broederschap, dat soort dingen. Voor die moraal gingen mensen de barricades op.’

‘En nu niet meer?’
‘Nee,’ zegt Nelis. ‘Want als de POSTMODERNE mens ergens de pest aan heeft, dan is het een universele moraal. Die is juist de wortel van alle kwaad, vinden ze. Als mensen hun eigen moraal universeel vinden, dan gaan ze hem aan anderen opleggen. En dat leidt tot intolerantie en kolonialisme en Auschwitz. Tot onderdrukking van minderheden. Dus zeggen de postmodernen: er is geen overkoepelende moraal, er zijn 7 miljard kleine moraaltjes. En die zijn allemaal even moreel. Want wie ben jij om te oordelen over de moraal van een ander?’
‘Tot zover alleszins redelijk,’ zeg ik.

‘Het tweede waar postmodernen de pest aan hebben is objectiviteit,’ gaat Nelis verder. ‘Voor een universele moraal moet je namelijk objectief naar de wereld kunnen kijken. Maar postmodernen zeggen dat de geschiedenis niet objectief gekend kan worden: mensen zijn nu eenmaal zelf deel van die geschiedenis, en kunnen geen standpunt erbuiten of erboven innemen. “De Waarheid bestaat niet,” roepen ze de hele dag. Want anders gaan mensen hun waarheid aan anderen opleggen. Dus zeggen de postmodernen: er is geen overkoepelende waarheid, er zijn 7 miljard kleine waarheidjes. En die zijn allemaal even waar. Want wie ben jij om te oordelen over de waarheid van een ander?’

‘Ja.’
Nelis kwakt een lepel saus in een bakje patat en vervolgt:
‘Postmodernen houden van het vele, niet van het ene. Ga maar na: ze hameren voortdurend op de verschillen tussen mensen, niet op de overeenkomsten. Het gaat altijd om diversiteit en pluriformiteit. Want, zo zeggen ze, het aanvaarden van verschillen geeft anderen de kans in hun “andersheid” erkend te worden.’

‘Maar Nelis,’ zeg ik verbouwereerd, ‘zonder moraal en zonder waarheid kun je toch nergens tegen protesteren? Je kunt het namelijk nooit met iemand oneens zijn als alles even waar is.’

‘Daarin zit hem precies het probleem,’ zegt Nelis. ‘Kun je nog strijden voor een gemeenschappelijk doel als onze normen niet verankerd zijn in een (gefixeerde, kenbare) waarheid? Is niet alleen een universele werkelijkheid in staat om een oorlog van allen tegen allen te verhinderen?’
‘Ja!’ roep ik uit.

‘Postmodernen vinden van niet,’ zegt Nelis. ‘Want ze protesteren nog steeds. Maar hedendaags activisme is wel van een hele andere aard dan vroeger. Ik citeer de vorig jaar overleden Ilse Bulhof, hoogleraar wijsbegeerte: “In het postmoderne denken neemt maatschappijkritiek niet alleen de vorm aan van strijd om een betere wereld te vestigen. De postmoderne mens is niet langer de revolutionaire held, maar ook de integere mens, die geduldig blijft streven naar het goede — ook al verandert er in de wereld ogenschijnlijk niets. Het gaat er niet om wat een bepaalde handeling ’oplevert’, maar om wat zij UITDRUKT.”’

‘Uitdrukt?’ vraag ik verbaasd.
‘De “uitstraling ten goede” noemt Bulhof het. In de woorden van de Poolse dissident Adam Michnik: “Voor mij ligt de waarde van onze strijd niet besloten in de verwachting dat wij zullen overwinnen, doch in de WAARDE van de zaak waarvoor wij deze strijd zijn begonnen.” Hedendaags activisme is in de eerste plaats een aangelegenheid van HOUDING, niet van een programma of inhoud. Daarom weten die hipsters hun activisme ook zelden te verwoorden.’

‘Ik snap er geen hol van,’ zeg ik.
‘Ik citeer Ilse Bulhof nog eens,’ zegt Nelis. ‘Kijk of dit je bekend voor komt, Joortje: “In het postmoderne denken kondigt zich een andere levensinstelling aan dan de vooruitgangsethos: een maken van passen op de plaats, een soort rondedans. In plaats van pogingen het verleden met daden te overwinnen: de vrolijkheid van de dans.”’

‘Dans,’ herhaal ik.
‘Dans ja. Kijk naar die lui van Extinction Rebellion. Met hun rare dansjes en hun kostuums. Die demonstraties zijn meer een surrealistische happening dan een georganiseerd protest. Het gaat dan ook om de manifestatie. Er is een vaag besef van de aarde redden. Maar er is geen agenda. Geen plan. Want: geen overkoepelende moraal. Er is hoogstens de hoop dat de uitgedragen gemoedstoestand anderen aanspoort om mee te doen. Maar eigenlijk is zelfs dat al een stap te ver. Postmoderne activisten gaan volledig op in de dans van het eeuwige nu, in de theatrale arthouse-performance van de voortdurende bevestiging van het relatieve. En zo is het dus, Joortje!’

Nelis geeft een dreun op de kassa, die rinkelend openspringt. ‘Afijn, een bierkroket, twee frikandellen speciaal, een berenklauw en een Red Bull, dat is dan 18 eurootjes.’

‘Maar dit is rampzalig!’ roep ik in paniek uit. ‘Als zelfs de activisten ons niet meer gaan redden, wie dan wel? Wat moet er van deze planeet worden? Mijn god, Nietzsche had gelijk, we gaan er allemaal aan! Ik kan er niet meer tegen! Ik ga van een brug springen!’

En terwijl ik naar buiten storm hoor ik Nelis tegen de andere klanten zeggen: ‘Maak je geen zorgen. Die Van Os begint altijd existentiële discussies om onder de rekening uit te komen.’

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *