Ik liep daarnet door de wijk, nu het nog kan, en het viel me op hoe druk het is. Kinderen spelen op het plein, honden ravotten op het gras, stelletjes wandelen hand in hand door het park, een oude man wast zijn auto, een oude vrouw zit in het zonnetje op een bank.
Omdat ik geniaal ben en ook nog eens fucking veel slimme boeken lees moest ik denken aan een verhaal uit de Mahabharata, het drieduizend jaar oude Hindoeïstische epos uit India.
Prins Yudhishthira, de meest rechtschapen van alle koningszonen, komt bij een betoverde bron in het woud. Daar ontdekt hij tot zijn schrik de levenloze lichamen van zijn broers.
Plots weerklinkt de stem van Yaksha, een verpersoonlijking van Dharma.
‘Ik heb je broers gedood omdat ze uit mijn bron wilden drinken zonder mijn vraag te beantwoorden.’
‘Stel je vraag,’ zei Yudhishthira.
‘Wat is het grootste wonder van de mens?’ vroeg Yaksha.
En Yudhishthira antwoordde:
‘De Dood is overal om ons heen. Elke dag slaat hij genadeloos toe. Maar toch leven we en lachen we alsof we onsterfelijk zijn. Dat is het grootste wonder.’
Yaksha glimlachte en zei: ‘Drink uit mijn bron. Ik zal je broers weer tot leven wekken.’