Het zal u helaas niet zijn ontgaan, maar ‘Rebellen en Dwarsdenkers’ is het thema van de boekenweek. Graag wil ik bij dezen de kont tegen de krib gooien en zeggen dat ik het met dit thema nadrukkelijk oneens ben.
U kent mij, ik ben het hoentje in het knuppelhok. Ik vind altijd dat iedereen vriendjes moet zijn. Van opwaaiend stof moet ik niesen. Van consternatie krijg ik hoofdpijn. Bij het woord reuring grijp ik meteen naar de omeprazol.
Maar in dit geval mag ik niet langer zwijgen: Ik ben tégen rebellen en dwarsdenkers.
Ja, u hoort het goed. Ik heb het helemaal gehad met dwarsdrijvers en oproerkraaiers. In de literatuur al helemáál. Ik weet dat ik hierin alleen sta, dat mijn mening zeer afwijkt, dat ik hiermee over allerlei grenzen ga, maar het moet eindelijk eens afgelopen zijn met al die dwarsliggers in de literatuur.
Tegenwoordig denken schrijvers meer na over welk taboe ze gaan doorbreken dan over wat ze eigenlijk willen uitdrukken. Ze lopen langs de restanten van lang geleden gesloopte kerken om te zien of er nog wat stenen op elkaar staan. Ze speuren met een vergrootglas naar verboden die nog niet geschonden zijn. Ze zoeken zich een ongeluk naar vlammetjes waar nog geen olie op gegooid is.
Dood aan de fluisteraar! roepen ze. Leve de schreeuwlelijk!
En dan mogen ze ‘s avonds op tv komen vertellen welk huisje ze nu weer omver hebben getrapt. En dan zegt Jinek: Wat dapper.
‘Wees een rebel!’ roepen ze in het veiligste land ter wereld. ‘Wees gevaarlijk! Wees onbeschaamd! Wees onbescheiden!’
En dan zegt Jinek: Wat gedurfd.
Zeg eens ’Fuck’, roepen ze.
En dan zegt Jinek: Wat moedig.
Maar vriendjes, iederéén zegt ‘Fuck’. Iedereen vloekt in de kerk. Iedereen kleurt keurig buiten de lijntjes.
‘Kunstenaars moeten doorgaan met het veroveren van nieuw territoir en nieuwe taboes,’ schrijft een bekende criticus. Een ander doel van de kunst erkent hij niet; het doorbreken van taboes is zodoende niet een mógelijke functie van kunst, maar haar énige functie. Geen wonder dat als alle kunst bestaat uit het doorbreken van taboes, het doorbreken van taboes al gauw als kunst wordt gezien.
Destructief zijn is makkelijk, constructief zijn is moeilijk. Dáár heb je geduld, lef, inzicht en talent voor nodig. Niet iedereen kan een mooi zandkasteel bouwen, maar iedereen kan het omver trappen.
Wil je écht een taboe doorbreken? Hou dan een keer je klep dicht. Wees beschaamd. Wees bescheiden! Laat eens een heilig huisje staan. Sterker nog: zet er eens een neer.
Maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren.
Ergens tegen zijn is sexy. Ergens vóór zijn is saai. Iets afbreken is progressief. Iets laten staan is laf.
Nu weet ik dat ik met de mening dat wij ons dienen te verbroederen paradoxaal genoeg géén vrienden maak.
Maar goed, ik ben dan ook de enige die géén dwarsdenker is.