Alleen thuis

Het is weer tijd voor het jaarlijkse Van Os Kerstverhaal. Dit jaar gaan we terug naar een traumatische gebeurtenis uit mijn vroege jeugd.
Mijn ouders hadden besloten de zenuwslopende kerstige ellende te ontlopen door met de Renault 4 naar Zuid-Frankrijk te rijden. Ter hoogte van Clermont Ferrand riep mijn moeder opeens: ‘Grote god, we zijn baby Joortje vergeten!’
Mijn vader zei: ‘Ja hallo, we zijn nu al halverwege. In het volgende dorp bellen we gewoon de buren om hem uit de box te halen.’
Toen mijn ouders na drie weken Saintes-Maries-de-la-Mer weer thuiskwamen werden ze opgewacht door de Vughtse politiecommissaris en een psycholoog van Jeugdzorg. Of ze even mee naar het bureau wilden komen.
Daar bleek baby Joortje met box en al in de isoleercel te zijn gezet.
‘Wij maken ons ernstige zorgen om zijn mentale gesteldheid,’ zei de psycholoog.
‘Hoezo?’ vroeg mijn moeder.
‘Het gaat om uw buren,’ zei de commissaris. ‘Ze liggen in het ziekenhuis.’
‘Christus. Wat is er dan gebeurd?’ zei mijn vader.
‘Ze kwamen hem uit de box halen,’ zei de commissaris. ‘Maar baby Joortje dacht blijkbaar dat het inbrekers waren, want hij heeft overal dodelijke vallen gezet. Hij heeft ze in de edele delen geschoten met een luchtdrukgeweer, een gloeiend heet strijkijzer op hun kop laten vallen, spijkers op de trap gelegd, met verfblikken gesmeten en ze met een vlammenwerper bewerkt. We hebben hem voor onze eigen veiligheid achter tralies moeten zetten!’
‘Vlammenwerper!’ gilde mijn moeder.
‘Ik zei toch dat ie te veel televisie kijkt?’ brulde mijn vader. ‘Het is niet te hopen dat hij later romanschrijver wil worden met die fantasie van hem.’